Als de fout na de installatie zo nu en dan optreedt, kan dit te wijten zijn aan een weinig stabiele communicatie als gevolg van de afstand of de aanwezigheid van een obstakel tussen de Gateway en de kranen en/of sensoren. Om het probleem op te lossen kan het nuttig zijn om de Gateway naar een andere plek te verplaatsen, zodat het toestel dichter bij het toestel is die de foutmelding veroorzaakt, of naar een positie die het signaal in staat stelt om het obstakel te omzeilen.
Bijstand
Troubleshooting
Een paar dagen na de installatie toont de Gateway de foutmelding ‘Radiocommunicatie’ op een van de toestellen. Wat moet ik doen?
Wat moet ik doen als de Gateway tijdens de installatie geen radiocommunicatie detecteert met een toestel (Comfort Control-thermostaatkop of Sensor/Sensor PRO) en er op de app de foutmelding ‘Geen communicatie met de Gateway’ verschijnt?
Als de foutmelding ‘Geen communicatie met de Gateway’ tijdens de installatie wordt getoond en 10-15 minuten aanhoudt, betekent dit dat er een communicatieprobleem is. In dit geval moet de Gateway worden verplaatst of moet een tweede Gateway worden toegevoegd. Houd er rekening mee dat als de Gateway naar een betere positie wordt verplaatst, het een paar minuten kan duren voordat de foutmelding verdwijnt.
Een paar dagen na de installatie meet de Comfort Control-thermostaatkop (art. 215510/215510 BLK) een verkeerde temperatuur. Waarom?
Een verkeerde ruimtetemperatuurmeting kan te wijten zijn aan een niet-optimale plaatsing van de Comfort Control-thermostaatkop art. 215510/215510 BLK. Wanneer de radiatoren in erg diepe nissen zijn geplaatst, geheel of gedeeltelijk zijn afgedekt, of de Comfort Controls zijn geïnstalleerd op zeer hoog geplaatste radiatoren óf juist op vloerhoogte, wordt geadviseerd om een ruimtetemperatuursensor SENSOR (art. 215001/215001 BLK) te installeren om de temperatuurmeting te verbeteren.
Waarom is de radiator nog warm nadat de ingestelde temperatuur in een ruimte is bereikt?
Wanneer de temperatuur in de buurt van de ingestelde waarde komt, moduleert de Comfort Control-thermostaatkop de waterstroom naar de radiator om deze te verminderen tot hij volledig is afgesloten. Wanneer de ingestelde temperatuur wordt overschreden zal de radiator echter niet onmiddellijk afkoelen. Dit omdat hij, afhankelijk van het materiaal van de radiator, een langere of kortere inertie heeft.
Waarom blijft de ketel ingeschakeld als alle zones de ingestelde temperatuur hebben bereikt?
Het CALEFFI CODE®-systeem werkt met een modulerende regeling. Dit wil zeggen dat zodra alle regelingen de gewenste temperatuur bereiken, ze in de temperatuurhandhavingsmodus gaan waardoor het mogelijk wordt één of meer radiatoren met een laag, constant debiet te hebben (maar niet nul). Daarnaast moet er rekening mee worden gehouden dat elke radiator zich anders kan gedragen bij een warmtevraag, afhankelijk van zijn kenmerken en plaats.
Waarom gaat de ketel herhaaldelijk aan en uit?
Deze situatie kan zich voordoen als er thermostaatkoppen worden geïnstalleerd die het debiet moduleren, zoals bij de Comfort Control-thermostaatkoppen. Daarom is een drukverschilregelaar nodig, omdat deze voor het minimumdebiet zorgt dat de ketel nodig heeft om te voorkomen dat hij herhaaldelijk uitschakelt. Ketels zijn vaak al voorzien van een drukverschilregelaar, dus is het meestal voldoende om deze te openen zodat de ketel zich kan aanpassen aan een systeem met thermostaatregeling.
Wat betekent hotspot gegenereerd door de Gateway? Waarom vraagt de app me om naar het wifinetwerk van de Gateway te gaan?
Als er geen aansluitmogelijkheid is, maakt de Gateway automatisch een hotspotnetwerk aan (een eigen wifinetwerk). Dit netwerk is niet verbonden met de Caleffi-cloud, maar is een plaatselijk netwerk dat als communicatiemiddel tussen de app en Gateway dient als er geen internetnetwerk beschikbaar is. Bij toegang tot het hotspotnetwerk van de Gateway zijn niet alle functies van de app beschikbaar. Het is daarom aanbevolen om het internetnetwerk zo snel mogelijk te herstellen. De Gateway maakt automatisch verbinding met het netwerk, zodra de verbinding is hersteld.
Waarom maakt de Gateway PRO (art. 215015/215015 BLK) geen verbinding met het netwerk?
De Gateway PRO (art. 215015/215015 BLK) is geschikt voor draadloze multi-zone temperatuurregeling met een geïntegreerd GSM-, UMTS-, LTE-modem en vereist daarbij het gebruik van een micro-SIM. Bij verbindingsproblemen met het netwerk, adviseren wij om het resterende krediet van de SIM te controleren en na te gaan of de pincode is uitgeschakeld. Probeer daarna de SIM te verwijderen en terug te plaatsen en probeer opnieuw verbinding te maken met het modem via de CALEFFI CODE®-app. Indien er een zwak internetsignaal is, kun je overwegen van telefoonprovider te veranderen.
Wat gebeurt er als de internetverbinding wordt verbroken waarmee de Gateway of Gateway PRO verbonden is (art. 215100/215100/215015/215015)?
Het programma is in het interne geheugen van de Gateway opgeslagen en dus volgt hij het programma dat via de app door de gebruiker is geïnstalleerd. Zolang de verbinding niet wordt hersteld, kunnen er via de app geen wijzigingen aan het systeem worden aangebracht. De ingestelde temperatuur kan wél handmatig worden gewijzigd met de Comfort Control-thermostaatkoppen. Als tijdelijke oplossing voor het wijzigen van het programma kan het hotspotnetwerk van de Gateway worden gebruikt, maar omdat dan niet alle functies van de app beschikbaar zijn, is het aanbevolen om het internetnetwerk zo snel mogelijk te herstellen.